Dromen

Dromen Mijn vriendin. Mijn schoonzus. Een vrouw uit het dorp.

Alledrie droomden ze over Sterre. Mijn vriendin laatst – naar eigen zeggen – een nacht lang, en dat was al de zoveelste keer. In haar droom luisterden wij samen hoe Sterre meerdere woorden achter elkaar uitsprak, heel helder, met een prachtige stem. Mijn vriendin kon het moeilijk verder uitleggen, maar de droom gaf haar een heel goed gevoel.

Mijn schoonzus vertelde over een droom waarop Sterre op de jaarlijkse dorpsmarkt stond. Stónd, inderdaad. “Sterre had besloten dat ze wilde staan en dus dééd ze dat”, aldus schoonzus.

De vrouw uit het dorp, dat is er niet zomaar een. Het is een bijzondere, sensitieve dame, zo iemand die méér voelt dan menigeen. “Al sinds haar geboorte droom ik regelmatig over Sterre”, zei zij een keer op straat tegen mij. “Telkens als het weer zover is, weet ik dat Sterre een nieuwe sprong heeft gemaakt.”

Ik kan er weinig aan toevoegen. Behalve: dromen zijn vast geen bedrog.

Kinderboek

Kinderboek

Ruim een jaar geleden kwam er iets op mijn werk-verlanglijstje bij: een kinderboek schrijven. Dat wilde ik graag. Over Sterre; hoe kon het ook anders. 

Ik wist dat het ervan zou komen, maar de precieze invulling zag ik nog niet voor me. Tot deze zomervakantie. Sterre, Sietse en ik waren in Duitsland op weg naar de bakker om verse croissants te halen voor het ontbijt. Ik duwde Sterres rolstoel de heuvel op en Sietse stepte voor ons uit. In een flits kwam alles bij me op: de insteek, een deel van de teksten en de vormgeving van het kinderboek. Over – hoe kon het inderdaad ook anders – allebéi mijn kinderen. En vooral ook: geschreven samen met hen.  

Tussen de croissants door vroeg ik even later Sterres en Sietses mening over dit idee. Sietse was een seconde stil, maar daarna dolenthousiast en Sterre wilde meteen achter haar computer om te beginnen met typen. Volgende week start ik zelf met schrijven. Ik kan niet wachten, zoveel zin heb ik erin!

Opa

Opa

Begin deze maand, we ontbijten met z’n vieren in het Duitse vakantiehuisje waar we een week verblijven. Ergens tussen de happen van haar chocoladecroissant door, begint Sterre plots te gniffelen. Haar gelach wordt harder en ze ‘praat’ er ook bij. Lees: omdat ze nog niet goed kan articuleren (praten is ook een vorm van bewegen; hiervoor zijn vele spieren nodig die op het juiste moment op de juiste manier worden aangestuurd, en da’s nog lastig voor Sterre) verstaan we haar niet, maar Sterre maakt geluiden, knikt van ja en schudt van nee. Lees 2: Sterre voert een gesprek, en ze heeft het duidelijk niet tegen Mark, Sietse of mij. 

Thuis zit Sterre bijna altijd achter haar spraakcomputer, maar op vakantie heeft ze daar minder behoefte aan. Dus spellen we samen, als ze aangeeft ook iets tegen mij te willen zeggen, op de ‘ouderwetse manier’. Lees 3: ik heb het alfabet in rijen verdeeld, noem de nummers van deze rijen en Sterre knikt bij de rij waarin de letter staat die ze nodig heeft. Vervolgens noem ik de letters uit die rij op en Sterre knikt weer bij de juiste letter. Wij kunnen dit razendsnel, dus binnen een minuut spelt Sterre: “Mama, wil je ook met opa praten?”

“Telepathisch, bedoel je? Met opa Arie of opa Maarten?” Mijn vader en schoonvader leven allebei nog en Sterre is een ster in telepathie, dus ik denk dat ze dit bedoelt. 
“Nee, met jouw opa”, spelt Sterre. Het blijkt om opi R. te gaan, mijn opa die drie jaar geleden overleed. Sterre vervolgt, haast zonder mijn antwoord af te wachten, haar gesprek. Ze praat, knikt meerdere keren van ja en ligt vooral steeds meer dubbel van het lachen. Typisch opi R., herken ik. Hij lachte veel, nog het hardst om zijn eigen grappen, op een superaanstekelijke manier. 

Sterre praat nog zeker vijf minuten door en Mark en ik kijken elkaar aan en genieten. Van de ziel van mijn lieve opa die zich zo vanzelfsprekend meldt bij onze wijze dochter, voor wie dit soort contact doodnormaal is, om het maar even typerend te omschrijven. 

Als Sterre even later, nog steeds met een grote grijns op haar gezicht, aangeeft verder te willen met haar ontbijt, snijd ik een nieuwe hap van haar chocoladecroissant. Met tranen in mijn ogen, dat wel.