Een halfjaar geleden begon het. Sterre typte: Jullie mogen niet meer in mijn kamer komen als ik er niet ben. “Eh… oké”, antwoordde ik, nog een beetje verbaasd. “Dan is het maar goed dat ik net de deuren in je kamer heb geschilderd, want nu hoeft dat over tien jaar pas weer”, zei Mark.
Dan woon ik hier al niet meer, typte Sterre. Ik ga later in Amsterdam wonen. “Eh… oké, was deze keer het enige dat Mark én ik uitbrachten. Ons knuffelmeisje nam ineens wel heel veel afstand…
Sindsdien is het hek van de dam. Uit de spraakcomputer volgden zinnen als: Oma hoeft niet meer aan jou te vertellen wat ik heb gegeten als ik bij haar ben geweest, mama en Als ik uit school kom, stofzuigen we samen wel mijn kamer. Het eerste bleek bij navraag kinderachtig te zijn en het tweede was om te voorkomen dat ik in mijn eentje – helemaal zelf haar kamer stofzuigen, wil Sterre het liefst maar lukt nog niet vanwege haar lichamelijke beperkingen – in haar kamer zou zijn.
Over de schone, opgevouwen was die ik wekelijks in Sterres kledingkast leg, hield ik de afgelopen maanden wijselijk mijn mond. Dat kon ik vast nog even stiekem blijven doen, hoopte ik. ‘Even’ bleek inderdaad het juiste woord. Vanochtend typte Sterre de zin op de bovenstaande foto. En daarna: Ik ben ook al tien dan hoef je niet de baas over mijn kledingkast te zijn mama. Ook aan papa vertellen mama. Eh… oké…
Er is geen ontsnappen meer aan: wij hebben een prepuber in huis.