Begin deze maand, we ontbijten met z’n vieren in het Duitse vakantiehuisje waar we een week verblijven. Ergens tussen de happen van haar chocoladecroissant door, begint Sterre plots te gniffelen. Haar gelach wordt harder en ze ‘praat’ er ook bij. Lees: omdat ze nog niet goed kan articuleren (praten is ook een vorm van bewegen; hiervoor zijn vele spieren nodig die op het juiste moment op de juiste manier worden aangestuurd, en da’s nog lastig voor Sterre) verstaan we haar niet, maar Sterre maakt geluiden, knikt van ja en schudt van nee. Lees 2: Sterre voert een gesprek, en ze heeft het duidelijk niet tegen Mark, Sietse of mij.
Thuis zit Sterre bijna altijd achter haar spraakcomputer, maar op vakantie heeft ze daar minder behoefte aan. Dus spellen we samen, als ze aangeeft ook iets tegen mij te willen zeggen, op de ‘ouderwetse manier’. Lees 3: ik heb het alfabet in rijen verdeeld, noem de nummers van deze rijen en Sterre knikt bij de rij waarin de letter staat die ze nodig heeft. Vervolgens noem ik de letters uit die rij op en Sterre knikt weer bij de juiste letter. Wij kunnen dit razendsnel, dus binnen een minuut spelt Sterre: “Mama, wil je ook met opa praten?”
“Telepathisch, bedoel je? Met opa Arie of opa Maarten?” Mijn vader en schoonvader leven allebei nog en Sterre is een ster in telepathie, dus ik denk dat ze dit bedoelt. “Nee, met jouw opa”, spelt Sterre. Het blijkt om opi R. te gaan, mijn opa die drie jaar geleden overleed. Sterre vervolgt, haast zonder mijn antwoord af te wachten, haar gesprek. Ze praat, knikt meerdere keren van ja en ligt vooral steeds meer dubbel van het lachen. Typisch opi R., herken ik. Hij lachte veel, nog het hardst om zijn eigen grappen, op een superaanstekelijke manier.
Sterre praat nog zeker vijf minuten door en Mark en ik kijken elkaar aan en genieten. Van de ziel van mijn lieve opa die zich zo vanzelfsprekend meldt bij onze wijze dochter, voor wie dit soort contact doodnormaal is, om het maar even typerend te omschrijven.
Als Sterre even later, nog steeds met een grote grijns op haar gezicht, aangeeft verder te willen met haar ontbijt, snijd ik een nieuwe hap van haar chocoladecroissant. Met tranen in mijn ogen, dat wel.
Mooi zeg.
Auteur
Dankjewel!