Hoe vaak wordt er ge- en beoordeeld? En hoe vaak blijken oordelen en beoordelingen later uiteindelijk geen juiste toekomstvoorspellingen te zijn geweest?
Ik begin hierover omdat ik soms moeite heb met ons onderwijssysteem. Kinderen worden vaak en veel getoetst en getest en hun resultaten worden langs meetlatten gelegd.
Maar als ik alleen al naar Mark en mezelf kijk, heeft ‘het systeem’ meer dan eens verkeerd geoordeeld.
Wat voorbeelden. In groep 7 maakte ik de Entreetoets. Daarna kregen wij thuis een brief. Tijdens onze verhuizing twee jaar geleden vond ik ‘m terug, vandaar dat ik me de tekst nog herinner. ‘Het intelligentie-gedeelte valt tegen’, zo luidde het oordeel. Vervolgens heb ik zonder enig probleem mijn gymnasiumdiploma behaald.En dan Mark. Op de basisschool liep hij op een gegeven moment vast. Het precieze oordeel herinnert zijn moeder zich niet meer, maar in ieder geval werd er niet zo in hem geloofd. Op een andere school deed hij groep 5 over. Later studeerde hij cum laude af.
Zo kan ik nog vele voorbeelden noemen van kinderen die tijd nodig hadden om te laten zien wie ze werkelijk konden worden. Tijd, ruimte en nuance, in plaats van oordelen.
In het tweede boek over het zeer bijzondere Zwitserse meisje Christina, Het visioen over het goede, beschrijft Christina haar visioen over de school van de toekomst.
‘Het is niet meer zo dat een leraar autoritair voor de klas staat en de leerlingen op een eenzijdige manier aangeleerde kennis ‘bijbrengt’. Scholen zullen eerder plekken zijn waar mensen harmonieus met elkaar samenleven en leraren en leerlingen van elkaar leren. Doordat iedereen al eerder is geïncarneerd en allerlei leerprocessen heeft doorlopen, is het heel goed mogelijk dat een zesjarig kind veel meer over een bepaald onderwerp weet dan een professor die ervoor heeft geleerd.’
Als dit daadwerkelijk in het verschiet ligt, kan ik bijna niet wachten tot het zover is.