Moed
Toen ik zwanger was van Sterre en nare voorgevoelens over haar geboorte als een zwaard van Damocles boven mijn hoofd hingen, vroeg het leven mij om dapper te zijn en moed te tonen.
Toen Sterre ter wereld kwam en even later werd gereanimeerd, vroeg het leven mij hetzelfde.
Toen de neuroloog zei: “Ga niet met Sterre naar de kliniek voor spastische kinderen in Oekraïne, je kunt net zo goed een andere vakantiebestemming kiezen”, gingen wij tóch (met prachtige resultaten); het leven vroeg ons opnieuw om dapper en moedig te zijn.
Zo kan ik nog wel honderd voorbeelden noemen, uit de afgelopen tien jaar.
Steeds wordt van mij, van ons, gevraagd om zo dicht mogelijk bij onszelf te blijven. Om onze eigen koers te varen; soms tegen de stroom in, soms met de stroom mee.
Af en toe vermoeit het me dat de ‘strijd’ nog niet ten einde is. Tegelijk komen er zoveel ‘beloningen’ op ons pad, in allerlei vormen en maten. Bevestigingen dat wij het juiste doen; heerlijk!
Op dit moment regel ik een nieuwe therapie voor Sterre, waar ik bijna twee jaar research naar heb gedaan. Elk (nood)lot is een leerproces dat je constructief of destructief kunt oppakken, las ik laatst in het prachtige boek ‘Christina’, over Christina von Dreien. Voorlopig blijf ik dapper. Gelukkig heb ik moed.