Een plaats kan zóveel geven. Wij wonen in een dorp onder de rook van Amsterdam. In het dorp waar ik ben geboren, en waar een groot deel van mijn familie ook nog steeds woont. Als je in spreidstand in de tuin van mijn ouders gaat staan, met één voet op hun pad en één voet op de weg voor hun huis, sta je met de eerste voet in het dorp en met de tweede in Amsterdam. Zo dichtbij is ‘de grote stad’. Wij wonen buiten, in een prachtig landelijke omgeving, maar pakken we de bus, dan staan we binnen 8 minuten op Amsterdam CS. Ik vind dat een heerlijke combi.
Mensen die het niets uitmaakt waar ze wonen; ik kan me dat lastig voorstellen. Plekken kunnen mij zó inspireren. Vanochtend nog maakten Mark en ik een fietstocht van ons huis naar Holysloot, een dorp een paar kilometer verderop. Een plaats zo wonderschoon dat het lijkt alsof je op het Franse platteland bent, maar dan dus ook ‘onder de rook van Amsterdam’. De meren, de bloemen, de sloten… gelukzalig snoof ik de geur van de natuur op.
“Je kunt overal gelukkig worden”, zei iemand, toen Mark en ik een paar jaar geleden middenin onze zoektocht zaten naar een geschikt huis waar we voor Sterre een slaap- en badkamer beneden konden maken.
In theorie klopt dat natuurlijk. “Het maakte me toch al niet uit waar we waren”, zegt Mark vaak over onze liefde, naar aanleiding van het lied Zoutelande van Bløf. Dat ben ik volledig met hem eens. Maar: voor mij moet de plek waar we wónen wel passen, míjn plek zijn. Het moet kloppen: ik wil nergens anders liever willen zijn.
Bovendien: plaatsen kunnen ook némen. Dat heb ik onder andere ooit ervaren in het appartement van mijn ex-vriend. Hij woonde in een van de drie hoogste flats aan de Rotterdamse Maas. En hoe nieuw en stylish dat gebouw ook was: op een of andere manier klopte de plek niet. Ik deed er geen oog dicht. Ik sliep er niet. Had ik een paar dagen bij mijn ex doorgebracht, dan was ik kapot. Veel en veel later ben ik gaan vermoeden dat dit wellicht met straling van een te dichtbij staande zendmast te maken had, maar in die tijd tastte ik in het duister. Ik voelde alleen: deze plek is niet fijn. Mijn ex trok destijds gelukkig al snel bij mij in…
Tijdens de zoektocht van Mark en mij naar een geschikt rolstoeltoegankelijk huis in mijn geboortedorp, begrepen veel mensen ook wél waarom ik niet verder wilde kijken dan deze omgeving. De mevrouw van de gemeente die in ons oude huis (ook al in dit dorp) langskwam om te praten over aanpassingen voor Sterre in een nieuwe woning, zei: “Straks moet je dit mooie appartement verlaten, waar je je kinderen hebt gekregen, omdat je dochter gehandicapt is…” Aan de tranen in haar ogen zag ik dat ze snapte hoe lastig dit voor mij was.
Gelukkig vonden wij uiteindelijk onze huidige woning in dit zelfde dorp. Mark, Sterre, Sietse en ik genieten elke dag enorm van ons volledig geschikt gemaakte droomhuis.
En hoewel er nog vele plekken op de wereld zijn die ik ooit hoop te kunnen bewonderen, ben ik intens gelukkig dat juist déze plek op aarde nog heel lang mijn basis zal zijn.