Wat een fijn gesprek was dit. Ik druk onze telefoon uit en tril er nog van na. Kippenvel all over the place…
Al minstens twee, drie jaar (ik ben de tel een beetje kwijtgeraakt) doe ik research naar een veelbelovende nieuwe therapie voor Sterre. Ik heb erover gelezen: van de lastigst te begrijpen (uiteraard Engelstalige) wetenschappelijke publicaties tot een aantal schaarse, emotionele ervaringsverhalen van patiënten of hun ouders. Ik heb erover gemaild: met gerenommeerde (buitenlandse) artsen tot schimmige, wellicht niet al te betrouwbare privéklinieken. Ik heb er ook eerder over gebeld: met deskundigen en ook eens ‘s avonds laat met een Amerikaanse moeder aan de andere kant van de oceaan, voor wie het vroeg in de ochtend was, en wier dochter baat had bij deze behandeling. En ik heb er filmpjes over gekeken.
Wijzer werd ik zeker, maar tot een concrete behandelmogelijkheid voor Sterre kwam het nog niet. Tot gisteren. Ik wijdde weer een aantal uur aan mijn zoektocht en belde met een arts, die me vertelde over een nieuwe fase van een wetenschappelijk onderzoek, waar kinderen zoals Sterre aan mee mogen doen. Kort gezegd: gister kwam ik een stap dichter bij daadwerkelijke behandeling voor Sterre.Ik wist dat deze dag zou komen. Net zoals de dag dat Sterre hier motorisch door vooruit zal gaan, waardoor de kloof tussen haar lichaam en geest opnieuw minder groot wordt. We zijn nu weer wat verder. Een glimlach en het kippenvel staan nog steeds op mijn gezicht en lijf.